Uitvaartverzekering onderdeel van inkomstenbelasting

In maart en april is het weer tijd om belastingaangifte te doen voor 2017. Als u een uitvaartverzekering of overlijdensrisicoverzekering heeft, is het belangrijk om realiseren dat deze mogelijk moet worden meegenomen in de aangifte. De belastingdienst kan namelijk de waarde van alle verzekeringspolissen controleren. Als het kapitaal van uw verzekering boven een bepaald bedrag komt, moet u hierover waarschijnlijk belasting betalen. De waarde van een uitvaart- of overlijdensrisicoverzekering wordt dan opgeteld bij uw vermogen in box 3 (sparen en beleggen). Gelukkig zijn er ook vrijstellingen. Die komen in dit artikel aan bod.

Uitvaartverzekering

Uitvaartverzekeraars bieden verschillende soorten uitvaartverzekeringen aan. Zo komt er bij een kapitaalverzekering een bepaald geldbedrag vrij die de nabestaanden zelf mogen besteden, bijvoorbeeld aan de uitvaart of andere zaken. Een naturaverzekering werkt anders: die vergoedt een vast pakket aan uitvaart gerelateerde kosten, zoals de opbaring, kist, afscheidsplechtigheid, bloemen en catering.

Daarnaast is er nog een tussenvorm, waarbij de verzekeraar geld uitkeert na het overlijden, maar waarbij dit bedrag alleen mag worden gebruikt voor het regelen van een begrafenis of crematie. Dit noemt men ook wel een sommenverzekering. Tot slot is er de combinatieverzekering, waarbij een gedeelte in natura wordt uitgekeerd en een deel in de vorm van een geldbedrag.

Hoewel er dus verschillende typen polissen zijn, maakt dit voor de fiscus niet uit: die schaart iedere soort uitvaartverzekering onder de categorie ‘kapitaalverzekering’. Dus zelfs een naturapolis. De totale (opgebouwde) waarde van de polis kan dus van belang zijn bij de belastingaangifte.

Overlijdensrisicoverzekering

Kenmerkend aan een overlijdensrisicoverzekering is dat de looptijd begrensd is tot een bepaalde leeftijd. Met andere woorden: er is lang niet altijd sprake van een uitkering, zoals bij een uitvaartverzekering wel het geval is. Bij de meeste overlijdensrisicopolissen bouwt u dus geen waarde op. U betaalt alleen premie, zolang de verzekering loopt. Omdat er bij een overlijdensrisicoverzekering dus geen waarde wordt opgebouwd, is deze vrijgesteld van vermogensbelasting.

Uitzondering hierop is als er bij de overlijdensrisicoverzekering een premiedepot of premiereserve geldt. In dat geval wordt er namelijk wel een kapitaal opgebouwd dat bij voortijdige beëindiging van de verzekering wordt uitgekeerd.

Vraag bij uw verzekeraar wat de actuele waarde is van het kapitaal. Mogelijk dient u het bedrag op te geven bij de aangifte inkomstenbelasting (in box 3).

Vrijstellingen

Kortom, heeft u een verzekering die bij overlijden uitkeert in geld of natura? Dan dient de waarde hiervan vaak te worden meegenomen bij box 3, waarin ook spaargeld, schulden en beleggingen zijn opgegeven. Uitzondering op deze regel is als de waarde van de verzekering lager is dan 6.977 euro. Er hoeft dan niets te worden opgegeven. Zodra deze grens is overschreden, moet het volledige verzekerde bedrag worden opgegeven bij de aangifte, dus niet alleen het gedeelte boven de vrijstelling. De precieze waarde van de verzekering kunt u opvragen bij uw verzekeringsmaatschappij.

Belangrijk:

Een deel van het totale vermogen is overigens heffingsvrij. De grens hiervoor ligt op 25.000 euro (per persoon) voor de belastingaangifte van 2017. Blijft u onder dit bedrag? Dan hoeft u geen extra belasting te betalen.